Vertalingen
Letterlijke vertalingen bestaan niet. De idiote resultaten van Google Translate en Babel Fish bewijzen dat. Een goede vertaling houdt rekening met een gedegen kennis van de doeltaal en de brontaal, maar ook met de culturele context van beide taalgebieden, en met het gebezigde register. Zo moet je zien te voorkomen dat twee gangsters ineens elkaars ‘BFF’ heten te zijn, of twee tienermeisjes het over hun ‘maats’ hebben.
Herman te Loo heeft al die kennis en taalgevoeligheid in huis. Hij is thuis in de Amerikaanse en de Britse culturele context, en weet dus dat een precinct in de VS een politiebureau is, en in Groot-Brittannië een winkelcentrum. En hij kan met even veel stijlgevoel een hard-boiled detective ondertitelen als een Brits kostuumdrama of een woordspelige comedy.
Zijn ervaring blijkt uit alle elementen die een goede ondertiteling onderscheiden van een slechte. Een goede ondertiteling houdt rekening met de leessnelheid van de kijker, bestaat uit goed Nederlands, komt op tijd in beeld en verdwijnt ook weer op het juiste moment. Kortom: een goede ondertitel is er een waarvan je niet merkt dat hij er is. In een interview in de VPRO Gids vertelt Herman erover. Lees het hele artikel hier.
Het fragment hieronder uit de Engelse comedyserie Allo Allo laat zien wat een ondertiteling goed maakt. Een complete vertaling, die slechts rekening houdt met de inhoud is soms nauwelijks te lezen:
Een ondertiteling die veel te laat in beeld komt, is hoogst irritant:
In het onderstaande filmpje is te zien hoe alle problemen worden opgelost, van het inkorten en samenvatten van de te lange zinnen tot de idiote verhaspelingen van agent Crabtree: